Een waterontharder (of elk apparaat met water in zich) kan vervuild water bevatten — bijvoorbeeld door harsen, zout, of stilstaand water in de ontharder. Als de waterdruk in de leiding plots daalt (bijvoorbeeld door een lekkage of werkzaamheden aan het net), kan het water terugstromen van de ontharder naar het drinkwaternet. Dat heet terugstroming of terugheveling.

Zonder beveiliging kan dat leiden tot:

• Verontreiniging van het drinkwaternet;
• Gezondheidsrisico’s voor bewoners en buren;
• Schending van de drinkwaterwetgeving.

Een terugstroombeveiliging (bijvoorbeeld een type EA- of CA-beveiliging) voorkomt dat water uit het toestel terug het drinkwaternet in kan stromen. Het is dus een soort eenrichtingsklep met extra beveiliging. Bij een waterontharder hoort meestal minstens een type CA (beveiliging tegen vloeistofcategorie 3) volgens de Europese norm NEN-EN 1717.

Beide landen vereisen dat installaties die op het drinkwaternet worden aangesloten geen risico vormen voor terugstroming of verontreiniging. Daarom is zowel een terugstroombeveiliging als een air gap verplicht bij waterontharders.